Overheid

Rijksoverheid

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit 3 pijlers:

  • AOW is de 1e pijler van het pensioenstelsel. Het vormt het basisinkomen om te kunnen rondkomen. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch recht op een AOW-uitkering op. De hoogte van deze uitkering wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van het minimumloon.
  • Pensioenopbouw via de werkgever is de 2e pijler. Zo’n 90% van de werkgevers heeft een aanvullende pensioenregeling voor hun werknemers. Hierdoor krijgen gepensioneerde ex-werknemers een aanvullende uitkering bovenop de AOW-uitkering.
  • Individuele verzekeringen vormen de 3e pijler. Bijvoorbeeld lijfrenten, koopsommen en levensverzekeringen. Daarmee kan fiscaal aantrekkelijk worden gespaard voor extra pensioen. Bijvoorbeeld om een pensioengat aan te vullen of eerder met pensioen te gaan.

Regering en parlement

Het onderwerp 'Pensioenen' valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en is een van de taken van de minister. De pensioen-gerelateerde onderwerpen worden in het parlement behandeld in:

Pensioenwet

De regels voor pensioenen en het toezicht daarop staan in de Pensioenwet.

  Europese Unie

logo-ecbIn 2017 heeft de Tweede Kamer ingestemd met IORP II, de controversiële pensioenrichtlijn voor heel Europa. Nu er een Europees akkoord is over de richtlijn, is het aan de lidstaten om de richtlijn te implementeren in nationale wetgeving. Volgens de toenmalige staatsscretaris Klijnsma: "... zijn de gevolgen voor de Nederlandse Pensioenwet tijdens de onderhandelingen nauwgezet in gaten gehouden .... en sluit het uiteindelijke onderhandelingsresulaat aan bij het Nederlandse stelsel."

Echter zowel binnen alsook buiten het parlement zijn er veel kritische geluiden te horen. De nationale pensioenpot bedraagt ruim € 1.400 miljard, oftewel zo'n 60% van alle Europese pensioengelden. Dat is een hoop geld, waar zowel de Nederlandse staat alsook de EU begerig naar kijken.